De meest voorkomende oorzaken van neuropathie zijn diabetes, kankerbehandeling en letselschade maar het kan ook worden veroorzaakt
door infecties met een bacterie, een parasiet of een virus.
Hiv is een van die virussen maar hiv-patiënten kunnen neuropathie ook
krijgen als resultaat van bijvoorbeeld: de ziekte van Lyme,
gordelroos, overmatig vitaminegebruik, bloedvergiftiging na ernstig letsel,
trauma en infectie door verschillende bacteriën. Dit heet allemaal infectieuze neuropathie en zoals u weet, hiv-patiënten zijn vaak
gevoelig voor secundaire infecties. Het is dus belangrijk, om verschillende redenen, om neuropathie te diagnosticeren dan wel uit
te sluiten.
Grofweg zijn er verschillende vormen van polyneuropathie:
Meest voorkomend is de ‘sensorische’ vorm met vooral de pijnklachten,
de ‘motorische’ vorm met vooral krachtsverlies, motoriekstoornissen en ten slotte de ‘autonome’ vorm met orgaandysfunctie. De laatste
vorm komt bij HIV-patiënten gelukkig vrijwel niet voor, in tegenstelling tot bij diabeten. Ook zijn er gecombineerde vormen. Een bijzondere
vorm van polyneuropathie (vaak gecombineerd sensomotorisch) is de acute, demyeliniserende vorm, die vaak reageert op toediening van
corticosteroïden.
Neuropathie en neuropathie-gerelateerde klachten komen steeds vaker voor bij hiv-positieve patiënten, waarschijnlijk
omdat vanwege betere medicatie die patiënten gewoon langer leven. Bij hiv worden neuropathische klachten veroorzaakt zowel door het
ziekteproces, als door bijwerkingen van een aantal anti-aidsmedicijnen.
Perifere neuropathie kan een bijwerking van de hiv-remmers
zijn. Vooral de 'nucleoside reverse transcriptase inhibitors' (NRTIs), ook wel de "d-drugs" genoemd, veroorzaken neuropathische klachten:
ddI: Didanosine, Videx ddC: Zalcitabine, Hivid d4T: Stavudine en Zerit. Belangrijk is om te weten dat van de ‘d-drugs’ is ddC uit
de handel en mag d4T/stavudine/Zerit sinds heel recent alleen nog in uitzonderlijke omstandigheden (geen beschikbare alternatieven)
worden voorgeschreven.
Andere NRTIs , 3TC [Epivir] en AZT [Retrovir], en abacavir [Ziagen], samen met de non-nucleoside reverse transcriptase
inhibitors (NNRTIs) en de protease inhibitors, hebben die bijwerkingen veel minder maar moderne combinaties tegen resistentie, in
combinatie met andere medicijnen voor andere ziektes, kunnen wel verschillende en onverwachte problemen opleveren.
Als de neuropathie
van een hiv-medicatie komt, word je vaak geadviseerd met dat middel te stoppen maar als de opties, door resistentie, beperkt zijn,
is dat soms niet mogelijk. Bovendien betekent het stoppen van een medicatie niet dat je vrij van neuropathie bent: het wordt alleen
niet erger.
Het is ook mogelijk dat neuropathie door het ziekteproces ontstaat - het virus zelf dus. Hiv kan het zenuwstelsel direct
aanvallen met alle bekende consequenties maar of neuropathie een resultaat van het virus zelf is of van de medicatie is moeilijk vast
te stellen. Het is wel zo dat hiv-gerelateerde neuropathie een groeiend probleem is voor oudere patiënten die langer aan de medicatie
zitten.